Beelden, teksten, kleuren, muziek, ervaringen, geloof: alles wat ik tegenkom kan me inspireren om te beginnen aan een nieuw beeldend project. Al van jongs af aan vormt kunst een inspirerend deel van mijn leven. Ik ben bevoorrecht dat ik van kunst mijn vak heb kunnen maken.

Ik groei op in Oost-Souburg, Zeeland. In 1987 verhuist ons gezin naar Heino (Overijssel), waar ik mijn tienerjaren doorbreng. Van jongs af aan teken en schilder ik veel.

In 1995 start ik, na het behalen van mijn VWO-diploma,  aan de Kunstacademie Sint Joost te Breda. Daar beleef ik een intensief studiejaar, waarin ik veel leer over beeldende vormgeving, technieken, toepassing van beeldende middelen en de beeldende kunsten in het algemeen. Na het afronden van de Propedeuse Kunstacademie krijg ik van de opleidingscommissie van de academie het advies voor de vervolgroute 'autonome kunst'. Dat advies past op dat moment niet goed bij mijn eigen voorkeur voor de toegepaste kunsten. Ik wilde graag grafisch vormgever worden vanwege mijn liefde voor taal, communicatie en spelen met letters en beeld.

Daarmee wordt de keus geboren om Kunst- en Cultuurwetenschappen (KCW) te studeren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De keuze voor deze studie blijkt een schot in de roos: de studie levert mij veel plezier, intellectuele uitdaging en inspiratie op. De studie KCW richt zich op een keur aan kunstuitingen (beeldend, film, nieuwe media, Niet-Westerse kunst, theater, dans). Tijdens het studeren ontwikkel ik inzicht in de rol van de kunsten in de huidige samenleving. In mijn specialisatie richt ik me op management (organisatiekunde) en marketing van de kunsten. Tijdens mijn stage organiseer ik een overzichtstentoonstelling van het oeuvre van de Rotterdamse kunstenaar Arie de Groot bij TENT. Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam, in de Witte de Withstraat.  Een zeer inspiratievolle periode, waarin ik kennismaak met de hedendaagse beeldende kunstpraktijk in Rotterdam. In mei 2001 studeer ik af aan de faculteit Historische en Kunstwetenschappen van de EUR, met een afstudeeronderzoek dat gaat over 'poortwachters' in de carrières van beeldende kunstenaars.

Na het afstuderen werk ik korte tijd bij de Rotterdamse Kunststichting, waar ik verantwoordelijk ben voor de verdeling van de subsidiepot voor kunstzinnige initiatieven binnen de gemeente Rotterdam. Binnen die functie kom ik weer in aanraking met een grote diversiteit aan kunstzinnige initiatieven uit zeer verschillende delen van de Rotterdamse samenleving. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want daarnaast ben ik van 2001 tot en met 2007 bezig geweest met mijn eigen beeldende kunst- en ontwerppraktijk. In deze jaren verkoop ik 12 werken van mijn hand.

Vanaf 2007 start ik op het voortgezet onderwijs als docent beeldende vormgeving, CKV en kunsttheorie. Ik lever een grote bijdrage aan de ontwikkeling van een samenhangend en doorlopend kunstcurriculum voor de school waar ik werk. De focus van het kunstonderwijs komt daarmee te liggen op relevante en authentieke kunstzinnige opdrachten. Ik geloof in de relevantie van goed kunstonderwijs, omdat het van grote invloed is op de ontwikkeling en denkwijze van leerlingen. Het doel van de ontwikkeling van een samenhangend en doorlopend curriculum is het lesprogramma te laten aansluiten bij de professionele kunstbeoefening in de Nederlandse kunstensector. 

In 2011 word ik eerstegraads kunstdocent, door bij het ICLON (Universiteit Leiden) het postdoctoraalprogramma Kunstgeschiedenis af te ronden. Het ontwikkelen van het lesprogramma op het voortgezet onderwijs, het werken met en begeleiden van leerlingen en hun creatieve processen werken voor mij als grote inspiratiebron en accelerator. Het lesgeven in het beeldende vak en de geschiedenis van de kunsten (muziek, architectuur, beeldende vormgeving, dans, theater en film) fungeert als verdieping voor mijn eigen werk.